Terug naar overzicht

Een beenlengteverschil. Iets om je zorgen over te maken?

“Iedereen is een beetje scheef” wordt vaak gezegd en dat klopt. Volledige symmetrie van top tot teen is niet mogelijk.

Door een aangeboren voorkeurshouding, werk-gerelateerde bewegingen, links- of rechtshandigheid, bepaalde sporten enzovoort ontstaan verschillen tussen links en rechts.

Deze verschillen zien we in gezicht, nek, schouders, rug, bekken, heupen, knieën, voeten.

Een lichaamsdeel kan eenzijdig hoog of laag staan, meer uitsteken, meer gedraaid staan, meer gespannen zijn. Deze verschillen zijn heel vaak functioneel. Ze helpen iemand bepaalde taken op het werk beter en sneller uitvoeren, beter presteren tijdens tennissen, kogelstoten of bijvoorbeeld golven.

Er zijn echter ook verschillen tussen links en rechts waarvan de oorzaak en het nut niet te verklaren zijn: Een beenlengteverschil bijvoorbeeld.

In de meeste gevallen kan het lichaam deze verschillen prima intern compenseren door aanpassingen van gewrichten en spieren.

In gewrichten: Meer gebogen of gestrekt, gekanteld, gedraaid.

Spieren: Meer aangespannen of verkort of verlengd en heel ontspannen

Bij comfortabel staan en bewegen hoort een lichaamszwaartepunt dat boven het vlak tussen de voeten staat of beweegt. Hierdoor passen gewrichten en spieren zich aan.

Deze aanpassingen gaan vanzelf en kosten weinig tot geen energie, mits de verschillen niet te groot zijn.

Bij grote verschillen, bijvoorbeeld een beenlengteverschil van meer dan 1 centimeter, moet het lichaam harder werken om het lichaamszwaartepunt boven het vlak tussen de voet te houden.

Deze compensaties/aanpassingen kosten veel energie en worden bij vermoeidheid minder goed uitgevoerd. Op hogere leeftijd zal die vermoeidheid eerder optreden en zal de kracht van spieren die meer moeten aanspannen ook afnemen. Dus hierdoor kunnen ineens klachten ontstaan.

Extreme buiging of kanteling in gewrichten kan op de lange termijn schade veroorzaken in het gewricht (denk aan artrose in de knieën)

Bij bochtjes in de wervelkolom wordt de ruimte voor zenuwen die daar lopen kleiner en kunnen deze worden afgekneld. Dit kan zowel pijn als doofheid geven.

Een interessante vraag is: Wanneer kan het lichaam zelf alle verschillen verwerken en wanneer is het nodig om iets aan te schaffen wat de verschillen kleiner maakt?

Op deze vraag is geen eenduidig antwoord. Het is niet vanaf een bepaald aantal millimeters wel en daaronder niet, of boven de 65 jaar wel en daaronder niet. Of je iets aan kan schaffen of oefeningen kan doen is erg persoonlijk. Geen enkel mens is hetzelfde.

Klachten die mogelijk een relatie hebben met scheefstanden zijn altijd een reden om dit te laten onderzoeken. De podotherapeuten zijn hiervoor opgeleid. Omdat we intensief samenwerken met andere zorgverleners weten we of een podotherapeutische oplossing de beste is of dat een andere zorgverlener een betere oplossing kan bieden. We adviseren u graag.

Podotherapie Verhoeven

Tel: 0495-537868